1. Het leven van Anne Therese in Etables.
Anne Therese werd vanaf haar geboorte op 2 oktober 1798, door haar moeder aan Onze Lieve vrouw toegewijd, zij was gekleed in blauw tot op haar tiende verjaardag. zij was een zeer godvruchtig kind en bouwde thuis vaak een altaar voor Maria, dat ze dan versierde met de bloemen en schelpjes die ze aan het strand vond.
Mevrouw Guérin werd haar eerste onderwijzeres. Zij gaf haar bijbellessen, catechismus en leerde haar lezen en schrijven.
Op haar negende, werd er in Etables een kleine school geopend en vertrouwde mevrouw Guérin haar dochter aan de lerares toe. Maar de kleine Anne Therese wist vaak aan de school te ontsnappen om uren op het strand door te brengen, want ze werd nooit moe de zee te bewonderen. Haar moeder vond een jonge seminarist die haar privéles wilde geven. Onze kleine leerling maakte nu grote vorderingen.
Zij werd toegelaten haar eerste communie te doen op 10-jarige leeftijd. Bij deze gelegenheid vertrouwde ze haar biechtvader toe dat ze haar leven aan God wil geven. Ze moest echter 15 jaar wachten alvorens ze deze droom waar kon maken. Haar familie werd door allerlei beproevingen getroffen.
Haar kleine broertje van 3 jaar kwam om in een brand in het ouderlijke huis. Een andere broer stierf op 4-jarige leeftijd. Haar vader, een officier bij de zeemacht, werd vermoord en beroofd van zijn salaris, op de weg naar huis.
Dat alles werd te veel voor mevrouw Guérin die hierdoor in een depressie geraakte. Anne Therese moest nu voor haar moeder en haar jongere zusje zorgen.
Op een avond komt de moeder de kamer van Anne Therese binnen en zegt tegen haar: « Mijn kind, ik laat u nu gaan, met mijn goedkeuring en mijn zegen. Ik mag God niet langer het offer weigeren dat Hij van mij vraagt. »
Deze tijd in Etables was de grondslag voor de rest van haar leven.
2. Haar leven als Zuster van de Voorzienigheid van Ruillé sur Loir.
Anne Therese dacht een hele tijd aan een intreden bij de zusters Karmelietessen. Maar Gods plannen zijn niet altijd de onzen; zij ontmoet Zuster Marcelle Madeleine, een Zuster van de Voorzienigheid van Ruillé, deze ontmoeting verandert haar plannen. Deze congregatie was pas enkele jaren voordien gesticht door pastoor Jacques François Dujarié. De zusters werkten in de opvoeding van kinderen, verzorging van zieken en uitgestotenen. Zij voelt zich aangetrokken tot deze werken.
Zij treedt binnen in de Congregatie en kiest als kloosternaam Theodore, wat ‘Godsgeschenk’ betekent. Na haar eerste geloften werd zuster Théodore benoemd als verantwoordelijke in de school ‘Saint Malo’ in Rennes, ze bleef er 8 jaar. Zuster Theodore was een uitzonderlijk goede lerares en werd hiervoor bekroond door de ‘academische palm’ de grootste onderscheiding voor haar onderwijsmethode.
Na 8 jaar werd zuster Theodore naar Soulaines gestuurd, in het departement ‘le Maine et Loire’ voor een dubbele zending: de verantwoordelijkheid van de school en bezoek aan de zieken. Om de zieken beter te kunnen helpen volgde ze lessen bij de plaatselijke dokter in geneeskunde en apotheek. Zij ontving een getuigschrift voor het bereiden van medicamenten en het diagnosticeren van ziektes. Allen bewonderde haar voor haar edelmoedigheid en naastenliefde.
In 1839, kreeg Zuster Marie Lecor, algemeen Overste van de Zusters van Ruillé een oproep van de Bischop van Vincennes in Indiana, ze praat hierover met de algemene raad. Hij vroeg een zuster bekwaam, vol ijver voor de Heer maar eveneens doordacht, vervuld van de geest van de congregatie en vol liefde voor de armen. Het algemeen bestuur zag maar één zuster die hieraan beantwoordde: zuster Theodore! Verwonderd over wat haar gevraagd werd, vroeg ze om hierover na te denken alvorens haar antwoord te geven. Wanneer men haar echter zegt dat zonder haar deze nieuwe stichting niet kan plaatst vinden, aanvaard zij het vertrek naar dat verre land, als een weg die haar door de Voorzienigheid werd uitgestippeld. Op 16 juli 1840 vertrekt zij vanuit Ruillé samen met de Zusters Saint Vincent, Basilide, Saint Liguori, Marie Xavier et Olympiade.
Tijdens de reis naar le Havre schrijft ze in haar dagboek: « Het wordt ons nog moeilijker Frankrijk te verlaten, nu we de pracht van de natuur in Normandië aan ons voorbij zien gaan, evenals de mooie toren van de kathedraal van Séez!
3. Het leven van Zuster Theodore als missionaris in Indiana
De reis van onze missionarissen naar Indiana duurde bijna drie maanden (van 27 juli tot 22 oktober 1840) waarvan meer dan de helft per zeilboot. Tijdens deze zes weken op een onrustige zee, kenden Zuster Theodore, de drie geprofeste Zusters en twee novicen allerlei moeilijkheden: ziekte, taalproblemen, diefstal, brand en een paar heel hevige stormen… Van de haven van New York tot in Saint-Marie-des-Bois legden ze 1930 km af achtereenvolgens per stoomboot, trein en diligence… Doorheen dit alles zag Zuster Théodore de Voorzienigheid als een weg, een haven: een beweging naar een zending waar, door liefde, onderwijs en opvoeding, ontelbare mensen zullen worden aangesproken.
En wanneer ze eindelijk van de grote huifkar afstapten op de grond van ‘Sainte-Marie-des-Bois’, zagen ze enkel regen in de avondschemering en waren ze omgeven door een dicht woud.
Ze werden onthaald door de familie Tralls, waar ze onderdak kregen ondanks dat het gezin al tien familieleden telde. De zusters kregen twee kamers op zolder. Op 4 juli 1841 openden ze er een eerste klas voor meisjes. De groei van de jonge congregatie verliep echter niet zonder strijd en tranen. Door de opening van een nieuwe school in ‘Terre Haute’ verminderde het aantal leerlingen in hun school en dus ook de inkomsten van de gemeenschap. Amper twee jaar na hun aankomst vernielde een criminele brandstichting de schuur waar hun voorraad graan voor de winter was opgestapeld. Bisschop la Hailandière wilde de totale controle over het leven van de Zusters. Hij eiste zelfs dat ‘het instituut van ‘Sainte-Marie-des-Bois‘alle contact met het Moederhuis in Ruillé verbrak.
Op een keer toen Moeder Theodore een afspraak met hem had om samen te overleggen hoe het verder moest, vroeg hij haar het bisdom te verlaten, hij sloot haar uren op in zijn kantoor en verbood haar elk contact met haar medezusters in Sainte-Marie-des-Bois. Hij organiseerde gedurende de volgende week verkiezingen om Zuster Théodore als overste te vervangen. Ondanks al deze vernederingen en onrechtvaardige behandelingen Haar vertrouwen in de bescherming van de Voorzienigheid nam niet af, zelfs niet tegenover zoveel vernederingen en onrechtvaardige aanklachten.
Tot op de dag van vandaag, hebben vele generaties Zusters van de Voorzienigheid, hun geassocieerden en weldoeners, vrienden en medewerkers, haar werk verdergezet.